Halsomvang meten

 

  • Neem het gedeelte van de hals waar jij wilt dat de halsband komt, meet daarna met een meetlint de omtrek niet te strak en niet te los.

 

  • Zorg dat er nog altijd 1 of 2 vingers tussen passen, dan weet je zeker dat de halsband mooi past.

 

  • Houdt er rekening mee als u hond een dikkere vacht heeft of als hij na een trimbeurt een dunnere vacht heeft , hiervoor heeft u de mogelijkheid om 1 of 2 extra gaatjes toe te voegen. 

 

 

TUIGJE

 

 

  • Om het tuigje zo comfortabel mogelijk te maken is het belangrijk dat het goed past, daarvoor is goed opmeten erg belangrijk. Alle maten moeten strak opgemeten worden. Zorg ervoor dat je hond bij het opmeten staat. Heb je geen meetlint in huis? Gebruik dan een dun koord. 
     

  • A: Lage nekomtrek: Vanaf het borstbeen tot tussen de schouderbladen (Let op: Geef hier alleen 1 lengte aan niet de gehele omtrek)
  • B: Borstomtrek: Laat hier een handbreedte achter de voorpoten vrij en meet in één keer om de borst. Meestal is dit net achter het breedste punt van de borstkas.
  • C: Ruglengte: Gemeten vanaf het punt tussen de schouderbladen tot de plek waar je de borstomtrek heb opgemeten.
  • D: Borstlengte: Gemeten vanaf het borstbeen tot ongeveer1 handbreedte achter de voorpoten.